Een veel gehoorde tip.
“Je moet jezelf zijn” is eigenlijk een rare uitspraak. Je moet natuurlijk niets. Daarnaast ben je natuurlijk al jezelf. Altijd al geweest. Je kan niemand anders zijn dan jezelf. Ik zie het dus meer als ‘je moet jezelf durven laten zien (aan anderen) zoals je bent’.
Ik vond het jarenlang doodeng om mezelf te laten zien. Alleen thuis kon ik mezelf zijn. Het voelde helemaal niet veilig om mijn echte zelf te laten zien waar anderen bij waren. Ik was bang wat ze van me zouden vinden. Ik had namelijk een ideaal plaatje in mijn hoofd zoals ik eigenlijk zou moeten zijn. Maar ja… dat was ik niet.
- Ik voldeed niet aan het juiste gewicht.
- Ik voldeed niet aan de juiste karaktereigenschappen.
- Ik voldeed niet aan de manier waarop ik met emoties omging.
Ik voldeed totaal niet aan mijn zelfverzonnen eisenpakket, waardoor ik me anders voordeed dan ik werkelijk was. Ik hoopte met alle macht dat mensen niet zouden zien wie ik werkelijk was. Dat voelde onveilig. Dat zou me kwetsbaar maken.
- Daarom kleedde ik me altijd in het ‘afkledend’ zwart… in de hoop dat mensen niet zouden zien hoe dik ik werkelijk was.
- Daarom deed ik luchtig over eten tegen anderen… in de hoop dat mensen niet zouden merken hoe fucked-up ik werkelijk was.
- Daarom loog ik over mijn gewicht op dating sites… in de hoop dat mannen niet zouden weten hoeveel ik werkelijk woog.
Ik durfde wel mezelf te zijn – thuis, in mijn joggingpak zonder make-up, met de gordijnen dicht – maar ik durfde niet mezelf aan anderen te laten zien. Als ze zouden zien wie ik werkelijk was zouden ze me niet meer moeten. Ze zouden me afwijzen. Wie zit er nou op ‘de echte Jenny’ te wachten?
Het enige moment dat ik mezelf wél durfde laten zien, was met een slok op. Na 2 of 3 biertjes voelde ik me heel eventjes super goed en ontspannen. Maar deze biertjes werden er altijd veel meer. Ik dronk net zoveel totdat het me geen bal meer kon schelen wat andere mensen van me vonden. Als ik dronken was voelde ik me helemaal TOP! En super sexy. Heerlijk. Schijt aan alles.
Maar de volgende ochtend zaten mijn schaamte- en schuldgevoel altijd geduldig op me te wachten. The day after moest ik gewoon weer werken en dealen met alledaagse dingen, vergezeld door een enorme kater. Dan drong het tot me door wat ik allemaal gezegd had in mijn dronken bui. En wat ik had gedaan. Fuck! Waarom doe ik dat? Ik ga écht nooit meer drinken. Nooooooit meer! Dit was de aller-allerlaatste keer. Morgen wordt alles beter.
En het weekend daarop stond ik weer in Rotown. Ladderzat.
Deze alcohol-cyclus bleef zich herhalen. Net als mijn sigaretten-cyclus (na deze sigaret ga ik nooooit meer roken) Net als mijn dieet-cyclus (na deze pizza ga ik nooooit meer slecht eten) Maar hoe goed ik me ook steeds voornam om morgen te stoppen en te veranderen… er veranderde nooit wat. Ze dienden namelijk alle 3 als coping mechanismen.
Als je je schaamt voor wat je doet dan lieg je daarover, of je zwakt het af: “Ik heb maar 3 biertjes op. Maximaal.” Ik was constant bezig mezelf in allerlei bochten te wringen… in de hoop dat een ander niet door had wie ik werkelijk was.
Een van de voordelen van acceptatie is dat ik me niet meer anders voor hoef te doen dan wie ik ben. Misschien werkt dit niet zo voor iedereen…. maar omdat ik mijn maat heb geaccepteerd, zoals het is, voel ik minder schaamte. Accepteren voelt voor mij een beetje zoals de rijdende rechter zegt: “Dit is mijn uitspraak en daar zult u het mee moeten doen. “
Dit is mijn lijf en ik zal het ermee moeten doen.
Ik hoef dat niet per sé leuk of mooi of positief te vinden maar ik ben nu eenmaal wél zo: Een imperfect iemand. En dat is oké. Ik hoef me daarvoor niet te schamen. Dat mag iedereen gewoon zien. Nu ik me niet meer slanker voor hoef te doen geeft dat zoveel rust en ruimte in mijn hoofd. En die berusting is onbeschrijfelijk fijn… en daarom hoef ik niet meer te drinken om heel eventjes mezelf te kunnen zijn.
Take care, self care,