Hi, ik ben Jenny Klijnsmit (zij/haar).
Een Rotterdammert uit 1973 en blogger over acceptatie en gewichtsdiscriminatie. Ik blog voor dikke mensen die er schoon genoeg van hebben om zich te schamen voor hun lichaam en gewicht en het zat zijn om zich schuldig te voelen over hun eetgewoonte. Ik schrijf voornamelijk over mijn eigen ervaringen als dikke cis vrouw.
Ik ben gestart met bloggen na meer dan twintig jaar worstelen met afvallen, eetbuien en diëten. Ik was compleet wanhopig geworden. “Kan iemand me alsjeblieft komen opsluiten want ik kan mezelf niet meer in de hand houden. Ik ben compleet losgeslagen.” Ik wilde naar een soort kamp waar iemand anders voor me zou beslissen wat en hoeveel ik mag eten. Dan zou ik de hele dag sporten om aan mezelf te werken en eindelijk weer slank worden.
Dit ging eraan vooraf
In 2010 kreeg ik een burn-out. Mijn lijf wilde niet meer en ik huilde om alles. In plaats van rust te nemen trok ik de teugels nog harder aan. Ik ging dit burn-out-varkentje wel even wassen. Ik huurde een personal trainer in, als stok achter de deur, en ging nóg strenger op mijn eten en gezondheid letten.
Hierdoor viel ik af en na enkele maanden kwam ik ook weer aan. Eigenlijk zorgde elke afvalpoging (met en zonder diëtiste) ervoor dat ik daarna weer terug kwam op mijn oude gewicht + een paar extra kilo’s. Ik dacht weleens: “Waarom kan ik niet gewoon normaal doen? Ik kan zo echt niet doorgaan! Dadelijk word ik zo dik dat ze me uit huis moeten komen zagen.” Ik wist toen nog niet wat geïnternaliseerde fatphobia en validisme was.
Op internet rekende ik mijn BMI uit en zag de wijzer des oordeels richting de knalrode ‘morbide obesitas’ draaien. Ik dacht: Oh mijn god. Nog een paar kilo en dan ga ik dood. Ik kon wel janken!
Hoe heb ik het zo ver laten komen? Waar is het toch misgegaan? Ik kan ook he-le-maal nergens maat mee houden!
Ik snapte er niets van. Ik heb een goeie baan met auto van de zaak. Een eigen huis en een sociaal leven. Mij was toch verteld dat dit alle ingrediënten zijn voor een gelukkig leven. Mijn ouders zijn niet eens gescheiden! Waarom ben ik zo’n fuck up met eten? Ik kan niet eens chips in huis halen omdat het dan de hele dag naar me ligt te gillen.
Ik verzamelde al mijn moed en gaf me op bij een kliniek voor eetverslavingen. Ik voelde gêne om me aan te melden. Zouden ze me wel accepteren? Ik kots niet en hou gewoon alles binnen. Ze vinden vast dat ik niet zo moet zeuren. Er zijn mensen met véél ergere problemen. Ik heb niet het recht om me aan te melden. Zou ik weggestuurd worden? Ik schaamde me kapot… maar ik was wanhopig en meldde me aan.
Ik wilde slank worden en niet meer aankomen. Ik wilde tools te krijgen om beter de pizza en pasta te kunnen weerstaan. Ik was bereid om nooit meer chips te eten. Dat vieze vette lijf gaat voorgoed verdwijnen en ik zal nooit meer zondigen. Ik ben klaar voor de strijd. Op naar een gezond en fit leven!
Maar dat liep toch anders…
Geloof me. Als je sinds je puberjaren al maaltijden overslaat om slanker te worden, laat je deze dieetmentaliteit niet zomaar even los. Eetproblemen gaan meestal niet over eten en eetbuien komen niet zomaar uit het niets. Ik snapte in theorie wel dat ik beter voor mijn lijf zou zorgen als ik het meer zou respecteren. Dat leek me nogal wiedes. Maar ik dacht: “Hoe kan ik in hemelsnaam van mezelf houden als ik dit lijf afschuwelijk vind?” Ik wilde trouwens helemaal niet van mezelf houden want dan zou er nooit wat veranderen. Ik wilde gewoon afvallen! Dan komt die zelfliefde vanzelf wel.
Ik kon me niet voorstellen dat er een leven mogelijk was waarin ik oké zou zijn met mijn lijf. Een leven waarin ik mezelf niet meer het ‘nijlpaardje’ tussen de dames zou voelen. Waar ik niet meer constant bezig ben met: mag ik dit wel of niet eten? Waar ik me niet meer schaam voor hoe ik er bloot uit zie en kan genieten van seks zonder eerst een fles wijn op te slobberen.
Een leven waarin ik steeds meer voor mezelf opkom, waar ik steeds beter grenzen kan aangeven. Een leven waar ik vaker ‘Nee, dat doe ik liever niet’ leer zeggen of volmondig Hell Yeah! Een leven waarbij ik niet meer op de bank zit met een kussentje over mijn buik, om me achter te verstoppen, maar waar ik steeds meer durf te laten zien wie ik ben.
Ik wens je veel plezier en herkenning bij het lezen van mijn verhalen, de interviews en projecten.
Take care, self care,