De wittebroodsweken zijn over. Het ging wekenlang fantastisch maar zo voelt het niet meer. Toen ik uit de kliniek kwam was ik erg gemotiveerd en wilde niets anders dan het goed blijven doen. Ik wilde graag goed herstellen en goed beter worden. Ik wilde het allemaal te goed doen.
Ik heb al mijn reserves overboord gegooid en ben het gewoon gaan doen. Fake it till you make it zeggen ze wel eens. Ik fake het nog steeds. Ik doe het niet voor mezelf. Ik doe het voor een ander. Ik realiseerde me dat, toen mijn sponsor zich afmeldde voor een OA meeting. Ik was al onderweg er naartoe. Ik was eerst uit eten gegaan met een vriendin.
Na het eten liep ik naar de auto. Ik was precies op tijd zoals gewoonlijk. Dat kan ook niet missen want mijn obsessie met tijd zorgt ervoor dat ik wel 100x naar de klok kijk in het uur dat ik moet vertrekken. Dus om stipt 5 voor 8 stond ik voor het portier van mijn auto. Ik checkte voor de zekerheid nog even mijn telefoon. “ ik kom vanavond niet want ik ben net zo lekker bezig met klussen” schreef mijn sponsor. Gelijk heb je meid, dacht ik. Maar is stuurde niets terug. Dat komt mooi uit want dan ga ik ook niet. Niemand die het ziet dacht ik nog. Onderweg in de auto realiseerde ik me dat ik naar de meeting moet gaan omdat ik het zelf wil en niet omdat zij het wil. Maar zij forceerde mij niet. Dat zat in mijn hoofd. Maar ik wilde niet.
Ik wil niet ziek zijn aan de ziekte van verslaving en er de hele tijd aan herinnerd worden. Het enthousiasme en de euforie maar vooral de verdwenen schaamte van de eerste periode is volledig weggeëbd. De schaamte is weer terug. Ik kon in de laatste week van de kliniek naar mezelf kijken en geen weerstand voelen. Ik weet nog dat ik over mijn bolle buik streek toen ik in bad zat en dacht: het is wel goed. Het is nu de verpakking maar daaronder zit een mooi mens met leuke maar ook minder leuke kanten… en dat is okay. Als ik nu naar mijn buik kijk voel ik minder walging dan voordat ik in de kliniek kwam maar de warmte en mildheid die ik toen voelde is verdwenen.