Je ziet wat je gelooft

“Weet je wat het is Jenny?” zei ze, zonder op antwoord te wachten. “Ik kan niets eten zonder er dik van te worden. Als ik één boterham eet kom ik al aan.“

Ik zeg niets… Ze heeft maat 38 schat ik zo in. max.

“Het is gewoon oneerlijk. Mijn vriend kan alles eten wat hij wil… maar ik niet. Ik word OVERAL dik van. Kijk dan!”

Ze tilt haar trui op en knijpt, door haar hemdje heen, in een stuk vel op haar buik. Ze kijkt me vragend aan of ik zie wat ze bedoelt…

Ik snap precies wat ze bedoelt. Ze ziet wat ze gelooft. Net als ik vroeger. Ik was in mijn pubertijd maat 36 en toch kon ik in de spiegel niets anders zien dan mijn te grote kont en veel te dikke buik.

Een buik die alleen acceptabel was als ik mijn adem diep ingehouden hield.

Waardoor ik ’s nachts in bed moeilijk kon slapen als ik met mijn vriendje lepeltje-lepeltje lag. Zodra hij zijn arm om mijn middel sloeg, spande ik mijn spieren strak. Ik durfde mijn buik niet los te laten, want als ik zou ontspannen zou hij voelen hoe groot die was… en direct op me afknappen. Dat wist ik zeker. Want een grote kont vinden mannen geil en sexy maar een dikke buik is walgelijk. Dat weet iedereen…

Ik haal mijn schouders op en maak een tja-ik-weet-niet-wat-ik-moet-zeggen-gezicht.

Het heeft geen zin om haar zelfbeeld tegen te spreken. Mijn vriendinnen hebben het ontelbare keren geprobeerd als ik riep dat ik te dik was. “Nee, Jenny! Je bent écht, écht, écht niet dik!”

Tevergeefs. Het kwam niet aan. Ik hoorde het wel maar ik geloofde het niet. Ook niet toen mijn vriend oprecht zei dat hij me écht, écht, écht heel sexy vond. Ik geloofde het pas na flink wat biertjes. Dan kon ik eindelijk relaxen en kreeg ik zin in seks. Het liefste met het licht uit of met mijn hemd nog aan…  zodat ik zelf die ‘dikke pens’ niet hoefde te zien.

Mijn ervaring is dat geloven dat ik dik was niet veel anders voelde dan werkelijk dik zijn. Dat realiseerde ik me pas toen ik dikker werd. Toen het niet meer te verbergen was. Toen niemand me meer tegensprak als ik riep dat ik een ‘dikke reet’ had, maar naarstig mooie eufemismen zocht voor het woord ‘dik’.

Of me probeerden gerust te stellen, door te zeggen dat ik me heel goed kon kleden zodat je het ‘gelukkig’ bijna niet zag. Het feit dat ik mijn dikke lichaam zo goed kon verbergen in kleding gaf op dat moment opluchting, maar kon niet de angst genezen om me uit te kleden in het bijzin van anderen, of voor de zomer… want dan zouden ze het wél zien.

Ik realiseerde me pas wat het verschil was tussen identificeren als dik (denken dat je dik bent, ongeacht of je dik bent) en daadwerkelijk dik zijn toen ik eenmaal dik werd… maar de gevoelens die ik deelde met mijn jongere slankere zelf waren exact hetzelfde:

  • dat ik het niet waard ben en het lastig vind om voor mezelf op te komen
  • dat ik geen discipline heb, dat ik lui ben en altijd beter mijn best moet doen
  • dat ik afgewezen zal worden en daarom bij voorbaat niets durf te vragen
  • dat ik ongezond ben terwijl er volgens de arts niets aan de hand was

Deze ideeën komen voor bij dikke en dunne mensen. De angst om dikker te worden kan je dus ook hebben als je slank bent. Dit hebben mijn slanke ik en mijn dikke (niet geaccepteerde) ik met elkaar gemeen.

Ik heb in mijn leven niet veel opmerkingen gekregen die direct aan mij gericht waren… maar ik heb wel jarenlang informatie opgeslagen. Ik heb alle opmerkingen geconsumeerd over andere dikke mensen. Opmerkingen die mensen zeiden over zichzelf of over andere dikke mensen. Zoals:

  • dat die mevrouw zich niet zo moest laten gaan
  • dat ze liever dood ging dan dik wilde worden
  • dat het nooit gezond kan zijn om zó dik te zijn als de buurvrouw
  • dat dik zijn walgelijk was en zij met dit lichaam nooit een vriendje zou krijgen

Vooral in deze tijd van het jaar, met goede voornemens, worden mensen bejubeld om hun kracht en doorzettingsvermogen omdat ze gewicht verliezen. Ik ben zelf jarenlang omarmd en aangemoedigd om goed zo door te gaan bij elke kilo die ik verloor… en ik heb het stilzwijgen gemerkt als ik weer aangekomen was.

Ik ben, net als jij, door mijn omgeving opgevoed met het geloof dat het goed is om slank te zijn. Dat het beter is… aantrekkelijker… gezonder.

Dat je een diepgewortelde wens hebt om af te vallen is heel begrijpelijk. Een logisch gevolg van jarenlange beïnvloeding. Het is ook logisch als je het ‘gewoon mooier’ vindt, omdat dikke mensen nauwelijks op een positieve, succesvolle en gezonde manier worden vertegenwoordigd in onze media. Gewichtsverlies kan je een gevoel van veiligheid en geborgenheid geven. Het geloof dat je er weer bij hoort, dat je weer mee mag doen. Het geloof dat je gegarandeerd weer gezond bent. Het geloof dat je weer recht hebt op liefde en genegenheid nu je afgevallen bent.

Het is dus verklaarbaar als jij je klote voelt over je dikke lichaam. Dat is je aangeleerd. Het is niet jouw schuld dat jij je zo voelt. Het is niet jouw onvermogen om positief over jezelf te zijn. Je kan niet zomaar eventjes je ‘state of mind’ ombuigen zolang de cultuur om je heen dit in stand houdt en keer op keer bevestigt.

Het is lastig om van onze dieetcultuur los te breken waar ons gewicht geïdealiseerd of gepathologiseerd wordt. Gun jezelf hiervoor de tijd. Ruim de tijd.

Je kan intussen wel stoppen om aan deze cultuur bij te dragen zodat je het, vóóral voor jezelf maar ook voor iedereen om je heen, gemakkelijker maakt om ervan los te breken. Door niet meer hardop negatief of neerbuigend over je dikke lichaam te spreken. Dat is een mooie start

Take care, self care,