“Dit is géén dieetclub.” drukte de psychologe me op het hart tijdens het intake gesprek. “We gaan je helpen met een eetverslaving.”
Ze was net zo klein als ik en zat tegenover me in een comfortabele stoel. Naast haar zat een ervaringsdeskundige, zo stelde hij zichzelf voor. Ik vroeg me af door welke ervaring hij deskundig was geworden. Zijn gezicht was zo gehavend met littekens, alsof het met glas was bewerkt. Hij vertelde dat bij hem meerdere problemen tegelijkertijd aan de orde zijn. Kruisverslavingen noemde hij het.
Ik wist dat het geen dieetclub was. Het was een verslavingskliniek. Ik zat hier niet omdat ik wilde diëten maar omdat ik compleet wanhopig was. Ik voelde me een dikke vette mislukkeling die niet kan stoppen met eten, drinken en roken. Ik wilde niet meer verder op deze manier.
De week ervoor had ik me ziek gemeld van werk. Meestal, als ik me een tijdje neerslachtig voelde, sloeg ook meteen een griepje toe. Maar ik meldde me ook ziek wanneer ik mezelf wilde verstoppen onder een dekentje op de bank. De gordijnen dicht, telefoon uit, pyjama aan en een pan macaroni met kaas op schoot. DVD series kijken. Tot de volgende ochtend. Wakker en doodmoe. Af en toe een televisiedagje is lekker maar ik voelde me juist heel somber in zo’n week. Ik wilde er niet zijn. Weg van alle regels. Weg van alle verplichtingen. Weg van de dagelijkse verantwoordelijkheden.
Op de dag dat ik me aanmeldde bij de kliniek was ik bijna beter van een griep. Ik zou morgen gewoon weer aan de slag moeten. Fysiek zat het al snor maar mentaal zat ik er helemaal doorheen. Ik wilde niet meer naar mijn werk. Ik kon het niet meer opbrengen om te gaan. Ik zou ‘herstellende’ moeten zijn van een burn-out maar ik voelde me steeds slechter en slechter. In de auto onderweg naar mijn werk fantaseerde ik regelmatig over tegen een boom aanrijden. Niet omdat ik dood wilde… maar omdat ik niet wilde leven. Ik wilde niet voelen. Ik wilde weg van alles en iedereen. Er even tussenuit knijpen. Even voor me laten zorgen. Even niets meer moeten.
Tegelijkertijd schaamde ik me voor deze gedachte. Ik had alles mee: fijne jeugd, fijne familie, fijne vrienden, leuk werk, leuke auto en een leuk huis. Alles was leuk, leuk, leuk dus ik had geen excuus om te klagen. Ik zou gelukkig moeten zijn. Waarom voelde ik me dan zo fucked-up??? Anderen hebben het véél zwaarder dan ik. Ik heb totaal geen recht om te mopperen. Ik moet me niet zo aanstellen en gewoon mezelf weer bij elkaar rapen. Kom op zeg. Niet zo zeuren. Húp aan de slag!
Dr. Phil had ooit eens een uitzending waarin hij zei: “Als je al jaren op dezelfde manier iets probeert te bereiken, zonder het gewenste resultaat… waarom ga je er dan mee door? Waarom pas je de strategie niet aan?” Ik realiseerde me dat ik al jarenlang probeerde om mezelf onder controle te houden met eten, drinken en roken, zonder het gewenste resultaat. Het lukte niet. Zelfs niet met een diëtiste.Zelfs niet met een psychologe. Zelfs niet met een coach. Zelfs niet met een personal trainer… Wat doe ik toch fout?
Zo gaat het echt niet langer…
Eetstoornis + Rotterdam typte ik in Google en klikte op het eerste resultaat. Het zag er kleurrijk uit. Niet zo’n klinische sfeer zoals ik had verwacht van een verslavingskliniek. Ze waren 24/7 bereikbaar dus ik belde. De zenuwen gierden door mijn lijf. Moest ik nu echt toegeven dat ik een volwassen vrouw ben die zichzelf niet onder controle kan houden als er chips in huis is?
Zenuwachtig begon ik te ratelen dat ik geen vreetbuien had, zoals ik had gezien in films. Dat ik mijn eten niet uitspuugde, maar dat ik juist alles binnen hield. Dat ik bijna morbide obesitas had. Dat ik niet snapte waar het allemaal was misgegaan en waarom het zo vreselijk uit de hand was gelopen. Dat ik al 100 x gestopt was met roken, wat niet lukte. Dat ik nooit een biertje kon nemen, zonder dronken thuis te komen maar dat ik dat nu wel min of meer onder controle had – maar toch niet echt.
Ik was bang dat ik niet zou voldoen aan de criteria om behandeld te worden. Ik wilde zeker nu niet afgewezen worden. “Ik weet dat ik niet kots, maar mag ik alsjeblieft komen? Het lukt me niet alleen!” De psychologe stelde me gerust en zei dat ik dezelfde dag nog terecht kon voor een intake gesprek. Om 3 uur.
Wow… Dit ging wel héél erg snel… Nog geen half uur geleden had ik besloten dat ik hulp nodig had. “Hang op!” gilde een stem in mij... maar ik haalde diep adem en zei: “Tot vanmiddag.”
Take care, self care,