Hoe is jouw relatie met eten?

“Vertel me eens iets over jouw relatie met eten?” vroeg de diëtiste aan mij, in de kliniek voor eetverslavingen.

Bij mijn vorige diëtiste had ik gemeld dat ik ’te dik’ was en wilde afvallen. Ik werd destijds gewogen en er werd een eetplan gemaakt waar ik me simpelweg aan moest houden. Het was het zoveelste plan gebaseerd op minder eten en meer bewegen. Een ‘relatie’ met eten was nog nooit sprake gekomen. Deze diëtiste in de kliniek was anders.

“Wat is je eerste herinnering? Vertel maar wat er in je opkomt.” moedigde ze me aan.

“Ik ben verslaafd aan chips.” stelde ik vast. “We aten altijd super gezond bij ons thuis. Er werd niet gesnoept en daarom at ik chips stiekem op straat. Mijn moeder merkte het soms en vond het dan niet leuk dat ik wéér chips had gegeten, zo vlak voor het avondeten. Ik snapte dat natuurlijk wel, ze wilde graag het allerbeste voor me, maar ik moest het kopen! Ik kon mezelf niet in bedwang houden… ik ben echt verslaafd aan chips.” zei ik serieus.

“Ik haal het maar gewoon niet in huis. Dat is veel te gevaarlijk, want als ik het koop moet het meteen op. Soms is de zak al leeg voordat ik thuis ben van de supermarkt. Ik schrok het dan in de auto achter elkaar naar binnen. Het is ook zó lekker! En als het wel mijn huis bereikt, ligt het de hele dag in de gangkast naar me te gillen. Dat is toch niet normaal?!”

Zou ze snappen wat ik bedoelde? Het luchtte op om te vertellen over mijn mateloosheid maar tegelijkertijd schaamde ik me kapot voor mijn chips-probleem. Al die mensen in de wereld met honger. Hongersnood! Dát is pas erg. En ik zit hier te jengelen als een verwend kreng dat ik niet van chips kan afblijven. Super gênant.

Ik wachtte voorzichtig af wat ze zou zeggen. Zou zij wél weten hoe ik mezelf beter onder controle moest houden? Ze at vast geen chips want ze was hartstikke slank. Wat zou haar geheim zijn?

“Wist je dat de smaak van chips zoooooveel lekkerder is als je het niet mág eten?” vroeg ze glimlachend

Ze legde uit dat chips juist zo ontzettend goed smaakte omdat dit voor mij ‘verboden voedsel’ was. Het was mij als kind verboden, maar als volwassene had ik het mezelf ook verboden. En als ik mezelf dan tijdelijk permissie gaf om wél chips te eten, was de beleving en smaak veel intenser. Daar kwam ook die urgentie vandaan. Nú mag het, dus laat ik maar snel alles opeten. Morgen mag het niet meer.

Om deze cyclus te doorbreken moest ik niet beter leren de chips te weerstaan. Ik moest juist afleren om het te weerstaan. Door mezelf onvoorwaardelijk toestemming te geven om chips te eten. Net zoveel als ik wilde. Net zo vaak als ik wilde. Voor de rest van mijn leven. Permissie voor altijd.

Jij hebt werkelijk geen idee wat er met mij gebeurt als ik mezelf toestemming geef, dacht ik. Dan stop ik nooit meer met eten en eet ik alles wat niet vastgespijkerd zit. Zo gaat mijn maag natuurlijk nooit krimpen. Ik moet gewoon beter mijn honger onder controle krijgen anders groei ik helemaal dicht.

Maar een gezonde relatie met eten krijg je niet door je honger onder controle te krijgen. ‘Normaal’ eten ontstaat door juist te vertrouwen op de hongersignalen van je lichaam. Alleen, ik had al op jonge leeftijd geleerd in onze cultuur dat ik geen honger mocht hebben. Een veelgehoorde uitspraak was destijds:

Je hebt geen honger, je hebt trek. Kindertjes in Afrika hebben honger!

Het heeft even geduurd voordat ik mezelf onvoorwaardelijk toestemming kon geven om te mógen eten. Het duurde veel langer om me niet meer schuldig te voelen omdat ik hongergevoelens had. Daarom viel de campagne van het Rode Kruis Vlaanderen bij mij ook in het verkeerde keelgat. Dikke mensen worden steevast wijsgemaakt dat het fout is om honger te hebben. Dat je het moet voorkomen, afremmen of beheersen met wilskracht. En dat is de grootste bullshit die er is.

Toegeven aan je natuurlijke behoefte om te eten wanneer je honger hebt is niet iets om je voor te schamen. Dat herstelt juist de relatie met eten en je lichaam. Hongergevoelens zijn waardevol. Honger moet je niet onderdrukken maar erkennen en beantwoorden. Net als dat je doet met dorst. 

En als je lange tijd je lichaam regelmatig voedt, zal het meer kunnen ontspannen. Zodat je niet wacht met eten totdat je hoofdpijn hebt en geagiteerd bent van de honger. En niet wacht totdat je lichaam schreeuwt om voeding… maar eerder naar het gefluister kan luisteren. Het is juist goed dat je leert anticiperen op honger, zodat je in rust beslissingen kan maken omtrent voeding, die bij jou passen. Waardoor je bijvoorbeeld meer tijd en ruimte hebt om iets klaar te maken of te kopen en evt iets mee te nemen voor onderweg. 

Daarom is deze campagne zo schadelijk omdat het impliceert dat dikke mensen teveel eten. Dat wij een probleem zijn, dat opgelost kan worden door minder te eten. Terwijl juist vele dikke mensen ook op dieet zijn (geweest) en zich van tijd tot tijd uitgehongerd hebben. Vele chronische diëters leven in hun hoofd omdat ze niet aanwezig willen zijn in hun lichaam, waardoor ze belangrijke lichaamssignalen vaak negeren. Het is daarom een verwerpelijke vergelijking. Dikke mensen zijn niet een probleem. 

Lees verder onder de afbeelding

Deze campagne is gelukkig alweer uit de lucht.

Hongersnood van kinderen in Afrika heeft niets te maken met dikke mensen die veel eten. Slanke mensen kunnen ook veel eten. De reden dat er nog steeds mensen leven in hongersnood is een complexe zaak die meer te maken heeft met corruptie en uitbuiting. Het heeft te maken met racisme; hoe wij Afrikaanse mensen hebben onderdrukt in ons koloniale verleden, waar de economische, sociale en medische gevolgen waarneembaar zijn tot op de dag van vandaag.

Het wordt gevoed door kapitalistische systemen die bewust ongelijkheid in stand houden. Het heeft te maken met klimaatveranderingen, handelsverdragen en food waste. En met economische belangen van een kleine groep mensen die waardevoller worden geacht dan mensenwelzijn van het geheel.

Het heeft waarschijnlijk met nog veel meer te maken dan waar ik weet van heb… maar het heeft helemaal niets te maken met de omvang van dikke mensen. Ik vind het daarom ook behoorlijk stigmatiserend dat deze analogie van sociale media tot op politiek niveau als stokpaardje wordt gebruikt om  obesitas te bestrijden  mensen te motiveren zichzelf uit te hongeren omdat ze niet voldoen aan het perfecte plaatje van een slank en gezond übermensch.

Het Rode Kruis Vlaanderen probeert in te tappen op ons diepgewortelde schuldgevoel en schaamte over eten. En dit gaat ten koste van onze relatie met eten die toch al onder druk staat. Schuld en schaamte zijn namelijk de 2 hoofdingrediënten van een eetbui. Zeker als je schuldgevoelens over eten samenhangen met schaamte voor je lichaam.

Moeten wij dikke mensen hulp zoeken bij zogenaamde ‘obesitasspecialisten’ die zich suf twitteren over de kosten van ‘overgewicht’ en het gevaar van dikke mensen op de nationale veiligheid? Of de smakeloze vergelijking dat ‘obesitas’ en groter probleem is dan hongersnood? Moeten we het hebben van ‘eetstoornisspecialisten’ die geen flauw benul hebben hoe ze voorgedefinieerde dunne-mensen-behandelmethodes moeten afstemmen op dikke mensen?

Dat lijkt me niet.

Ik weiger deel te nemen aan dit wedstrijdje moraliteit tussen voeding en mijn lichaam. Ik laat mijn gezonde relatie met eten niet meer verstoren. Wij dikke mensen verdienen beter als we in onze anti-fat cultuur een moeizame relatie hebben ontwikkeld met eten. We verdienen goede zorg en aandacht. De focus van behandelingen mag zich wel eens wat meer richten op fat phobia (waar komt het vandaan?) en fat shaming. En hoe je mensen daarop kan aanspreken. Want niets is zo helend voor je relatie met eten als je realiseren dat je lichaam geen probleem is. Dat vermindert schuld en schaamte gevoelens namelijk enorm en komt je relatie met eten geheel ten goede.

Jouw lichaam is niet het probleem, de minachting voor jouw dikke lichaam is het probleem. 

Bonus
Heb je het Psychologie Magazine gezien deze maand? Samen met Colette, Reggy, Inge en Nathalie werden we geïnterviewd over stoppen met diëten. Klik hier voor de tekst en foto’s.

Take care, self care,