* Trigger warning voor geïnternaliseerde fat phobia, validisme, vet- en zelfhaat
“Hoe bedoel je: Eet maar waar je trek in hebt?” vroeg ik verbaasd. Ik keek haar verward aan. Ik dacht dat ik een hele duidelijke vraag stelde. Ze had me vast niet goed begrepen.
Ik herhaalde: “Wat is beter… 2 of 3 boterhammen tussen de middag?” De diëtiste keek me vriendelijk aan en zei: “Pak maar waar je zin in hebt.”
Het was mijn eerste dag in de kliniek voor eetverslavingen. Het was lunchtijd. We zaten met de hele groep in de grote gezellige keuken aan de eettafel. De diëtiste at met ons mee. Onze groep bestond voornamelijk uit vrouwen met allemaal verschillende soorten gewicht- en eetproblematiek. Er stond van alles op tafel. Wit en bruin brood. Kaas en smeerkaas. Tomaten en komkommer. Worst en ham. Hagelslag, muisjes, pindakaas, hummus, boter en een doosje eieren…
Wacht eens even… hagelslag? Dit was écht niet allemaal gezond voedsel. Tenminste, niet in mijn vocabulaire. Was dit een test? Moest ik nu de juiste gezonde keuze maken en de verleiding weerstaan? Zouden ze soms in de gaten houden wat ik op mijn brood deed, met een verborgen camera? Ik keek voorzichtig om me heen…
All you can eat
“Dus we mogen eten wat we willen?” vroeg een dikke dame aan de andere kant van de tafel. “Pak maar wat je lekker vindt.” zei de diëtiste. Dat liet deze mevrouw zich geen 2x zeggen. Ze liep naar het kookeiland en gooide een paar eieren in de pan. Ik keek ernaar met open mond. Niet te geloven. Gaat zij nu echt 3 eieren bakken? Laten ze dat zomaar toe in deze kliniek? Nou ja zeg! Moeten ze ons niet in bescherming nemen tegen onszelf?
Tsja, dan moet je het zelf maar weten. Beschimpte ik haar in mijn gedachten. Zo word je natuurlijk nooit slank he?! Jij zit hier nog wel eventjes dame.
Ik nam zelf voor de zekerheid 2 volkoren boterhammen met hartig beleg zonder boter. Dat leek me een uitstekende keuze. Ik wilde volgend jaar zomer graag zwemmen in mijn bikini. Als ik na de kliniek één kilo per week zou afvallen, was dat prima haalbaar. Ik verheugde me al op de bewonderende blikken van mensen. Ik was goed bezig. Eten jullie allemaal maar zoveel je wilt. Ik laat me niet van de wijs brengen.
Zonder wilskracht
Aan het einde van deze eerste dag fietste ik hardop mopperend naar huis. Sjonge jonge jonge. Alles eten wat ik wil? Ze snappen er echt helemaal niets van. Dat is toch juist mijn probleem: dat ik zoveel eet! Hmppfff. Deze zogenaamde professionals hebben werkelijk geen idee, wat ik mezelf aandoe als ik alles mag eten wat ik wil. Binnen een jaar kunnen ze me uit mijn huis komen zagen. Het is gelukkig nog niet zover gekomen omdat ik steeds ingrijp als ik weer aangekomen ben. En dat lukt niet altijd, maar dáárom zit ik toch hier?! Tussen die al andere trieste vrouwen zonder ruggengraat. We hebben gewoon geen doorzettingsvermogen en wilskracht.
Ter voorbereiding op deze eerste dag van mijn nieuwe leven had ik in de week ervoor, al mijn favoriete maaltijden klaargemaakt. Ik had officieel afscheid genomen van mijn ongezonde vette eten. Ik was er klaar voor om mijn lekkernijen voorgoed op te geven.
Het Grote Afzien
Alleen… nu zeiden deze “experts” dat ik niet hoefde af te zien. Ik hoefde niets op te geven. Ik mocht alles eten wat ik lekker vond. Zoveel als ik wilde… Even serieus. Dit kan toch niet kloppen. Elk pondje gaat door het mondje nietwaar? Ik ben een verslaafde! Dat hebben jullie zelf vastgesteld. Je zegt toch ook niet tegen alcoholisten: ‘Pak maar net zoveel bier als je wilt’? Vertel me liever wat ik moet doen om beter de pizza en pasta te kunnen weerstaan. Dát wil ik weten.
Het duurde een tijdje voordat het tot me doordrong dat juist mijn restricties met eten de problemen veroorzaakten. Streng vasthouden aan rigide ideeën over ‘gezond eten’ zorgde ervoor dat ik daarna helemaal los ging in een vreetbui.
Het laatste avondmaal
Doordat ik elke maandag op dieet ging, leefde ik altijd met het idee dat er dadelijk geen lekker eten meer zou zijn. Dat ‘ongezond’ eten weer door mij ontzegd zou worden en ‘fout’ eten weer verboden zou worden. Zo ontwikkelde ik een ‘laatste avondmaal leefstijl’. Het is nu of nooit. Dadelijk mag ik niet meer van mezelf.
Ik had nooit verwacht dat het ‘toestaan om te mogen eten’ essentieel was voor mijn helingsproces. Ik realiseerde dat mijn fysieke gevoel voor honger en verzadiging al meer dan 20 jaar overruled was door allerlei regeltjes over goed of fout eten. Mezelf permissie geven om honger te mogen hebben én erop te mogen reageren bleek nodig om weer normaal te kunnen eten.
Het is écht niet zo verwonderlijk dat je constant aan eten denkt, als je jezelf niet genoeg te eten geeft. Of als je ideeën over ‘genoeg eten’ gebaseerd zijn op calorieën of punten. Als je te weinig eet (fysiek) of te weinig voldoening haalt uit je eten (mentaal) dan doe je jezelf tekort. En je lichaam zal er alles aan doen om je dat te laten weten.
Ik dacht al die jaren dat het juist goed was als mijn maag knorde van de honger. Dan werden er tenminste calorieën verbrand. Het idee dat ik daar slank van zou worden voelde supergoed, maar binnen in mijn lijf voelde het helemaal niet prettig aan. Het is niet fijn om je lijf uit te hongeren. Ik werd er chagrijnig van. Ik liep vaak rond met een zeurende hoofdpijn, buikkrampen en een kort lontje. Dat deed mijn lijf natuurlijk expres om me te laten weten dat ze voeding nodig had, om mijn aandacht te trekken. Maar ik snauwde het af. Hou je mond. Jij krijgt niks. Je verdient het niet. Want je bent te dik.
Lief en zorgzaam voor mijn lijf
Ik snauw mijn lijf niet meer af maar luister naar haar. Ik eet wanneer ik honger heb. Ik eet wat ik lekker vind en ik eet net zoveel als waar ik behoefte aan heb. Ik ben daardoor niet op mijn streefgewicht gekomen, zoals ik jarenlang hoopte, maar ik ben wel van mijn obsessie met wegen en diëten af. Ik schaam me niet meer voor wat ik eet en ik voel me niet meer schuldig als ik veel of ‘ongezond’ eet. Ook niet in het bijzijn van anderen (ja ik zie je heus wel kijken).
Ik voel de rust en de ruimte om keuzes te maken rondom eten die op dit moment bij mij passen. Daardoor verdwenen de urenlange discussies in mijn hoofd, over de vraag of ik dit wel of niet zou moeten eten en de nachtelijke uitstapjes naar het pompstation voor een zak chips. En durf ik mezelf meer te laten zien zoals ik ben waardoor ik niet meer zoveel bezig ben met hoe ik eruit zie door de ogen van anderen.
Take care, self care,