Eten weggooien is zonde

Ik heb moeite met eten weggooien. Ik maak al meer dan 20 jaar alle restjes op uit de pan of van mijn bord (en eventueel andermans borden). Ik maakte alle zakken, potjes en rolletjes leeg zonder na te denken. Als ik op de bodem was stopte ik pas. Het moet op… anders is het zonde.

Waarom moet mijn bord eigenlijk leeg? Volgens mij stamt dat uit mijn kindertijd. Het bord moest leeg van mijn ouders. Ik leerde dat ik dankbaar moest zijn dat ik het zo goed had. Tegen heug en meug propte ik als kind mijn eten naar binnen. We aten heel biologisch en gezond thuis, maar ik vond destijds ‘gezond’ niet zo lekker. Nu ik op mezelf woon, en zelf bepaal wat ik eet, wil ik nog steeds mijn bord leeg eten. Zou dat door vroeger komen?

Ik ben bang om tekort te komen.

Vooral bij een buffet. Ik wil alles hebben-hebben-hebben! Wat ik opschep moet op, anders is het zonde. Het is een smoesje dat ik mezelf graag vertel zodat ik ongelimiteerd kan eten. Al moet ik zeggen dat ik vaker de neiging heb om te graaien. Zo kan ik het hotel niet verlaten zonder de gratis zeepjes mee te nemen of de gratis stokjes in een sushi restaurant. Ik bewaar alle schroefjes van mijn aangekochte IKEA kasten. Bakken vol zakjes met boutjes en moertjes. Alles maar bewaren voor het geval dat ik het eens nodig zal hebben. Ik zorg ervoor dat ik niet zonder kom te zitten. Of ik het óóit zal gebruiken is de vraag. Waarschijnlijk niet.

Tijdens mijn behandeling vertelden de begeleiders dat als je je avondeten niet meer wilt eten de rest in de prullenbak kan gooien met afwasmiddel er overheen. Ik schrok me een hoedje. Wow! Dat kan ik echt niet. Ongezond eten zoals chips… ja dat lukt wel… anders vis ik het de volgende dag weer uit de prullenbak. Maar toch niet mijn avondeten? Het klonk zo respectloos naar het eten. Dat doe je toch niet?! Terwijl het opeten (van wat ik helemaal niet nodig heb) misschien net zo respectloos is naar mijn lijf.

Het lijkt wel alsof mijn overtuiging ‘weggooien is zonde’ zich vertaalt in mijn lichaam. Als ik teveel eet, slaat het overtollige spul zich allemaal op in mijn lijf. Just in case, ik zal het maar nodig hebben. Er zijn veel, heel veel periodes zijn geweest waar ik weinig at. Dus dat komt dan goed van pas.

Ik vermoed dat ik nog een flinke tijd regelmatig moet eten voordat mijn lijf zich realiseert dat er geen periode van dieet en tekortkoming meer gaat komen. Dat die extra kilo’s niet meer nodig zijn en afgevoerd mogen worden. Ik probeer geduldig en lief te zijn voor mezelf. Ik ben nu volwassen en mag en kan alles wanneer ik het wil. Ik probeer te stoppen als ik genoeg heb gehad. Ik mag de restjes weggooien of in een bakje bewaren voor later als ik weer honger heb. Ik hoef niet alles nu op te eten en mijn lijf als prullenbak te gebruiken.