“Eten als ik honger heb en stoppen als ik genoeg heb gegeten.” Het klinkt heel logisch en natuurlijk. Elk dier weet hoe dat moet maar ik (zogenaamd het meest intelligente wezen op aarde) wist het niet. Ik volgde jarenlang regels uit dieetboeken. Ze vertellen mij wat ik moet eten, wanneer en hoeveel. Ik ben helaas niet de enige, kijk maar naar de TV of op internet. Je hoeft ‘dieet’ maar te Googlen en de hits zwaaien je om de oren.
Wanneer heb ik honger? Ik had geen idee. Voor mijn gevoel had ik altijd honger. Ik dacht dat mijn hersenen nooit het seintje kregen dat ik vol zat, of het seintje veel te laat kregen, minstens een uur te laat. Ik voelde niet, ik keek naar het dieetschema om te checken of ik al mocht eten. De regel bepaalde mijn intake en het was niet belangrijk wat ik voelde. Geen honger hebben of uitgehongerd zijn, ik had mezelf geleerd dat hongergevoelens onbetrouwbaar waren. Die moest ik negeren.
Als ik niet op dieet was at ik chronisch.
Alles ging gedachteloos naar binnen. Mini snickertjes, dropjes, chips of druiven en worteltjes, gezond of ongezond, het maakte niet uit. Als ik maar kon kauwen en graaien. Hop daar ging die hand weer. Maar had ik echt honger? Wat voelde ik eigenlijk? Waar zit mijn hongergevoel?
Verleden jaar ben ik begonnen met 6x eten per dag. Ik maakte een tijdsplanning waarop ik aangaf wanneer ik wilde eten. Wat ik ging eten of hoeveel ik ging eten maakte niet uit. Het doel was om voor en na het eten te pijlen hoeveel honger ik had. Ik ging de deur niet uit zonder van te voren te kijken waar het eettijdstip plaatsvond en wat ik daar zou kunnen eten. Was er geen eten beschikbaar of te koop, dan nam ik zelf genoeg eten mee. Ik zette een alarm in mijn telefoon zodat ik geen eetmoment zou missen. Ik merkte dat het rust gaf, wetende dat ik over twee of drie uur weer net zoveel mocht eten als ik wilde. Ik begon daardoor steeds meer in de gaten te krijgen hoeveel ik nodig had om een periode van een paar uur te overbruggen.
Mijn fysieke hongergevoelens kwamen weer terug.
Ze waren er waarschijnlijk altijd al, maar onderdrukt geweest. Wat heerlijk om dat gevoel te herkennen en mogen erkennen. Ik was blij als het lunchtijd was en mijn lijf even van te voren begon te knorren. Vreemd genoeg gaf mijn lijf soms aan dat ik honger had, terwijl ik net twee boterhammen met pindakaas op had. Kennelijk had ik nog behoefte aan ‘iets’. Wat zou dat iets zijn? Ik heb net gegeten, dus het kan theoretisch geen fysieke behoefte zijn, maar het voelt heel echt!
Wat is het verschil tussen het gevoel van fysieke mentale honger? Ik kan het niet altijd goed onderscheiden. Mentale honger zit bij mij gevoelsmatig wat hoger in mijn lichaam (hart/keel) dan fysieke honger (maag/buik). Beide gevoelens kunnen net zo zeurderig en hardnekkig zijn dus als ik het niet kan onderscheiden kan ik vaak beredeneren welke het moet zijn.
Het lijkt me best logisch dat eten geen behoefte kan vervullen die te maken heeft met warmte, genegenheid, respect, liefde, ontspanning en dat soort dingen. Al voelt het soms wel zo. Ik wil erop vertrouwen dat mijn lichaam me niet in de maling neemt dus ik ben nu beter aan het luisteren naar de signalen. Ik onderneem vaker actie op het moment dat ik honger heb, ongeacht welke soort honger. Misschien moet ik in bad gaan of een vriendin bellen om te praten over dingen die mij bezighouden. Misschien moet ik lekker met een dekentje op de bank Dexter kijken. Dat gaat niet altijd (als ik bijvoorbeeld aan het werk ben) en neem ik soms toch maar wat te eten. Eigenlijk is voedsel op dat moment de beste manier om voor mezelf te zorgen.
Your body should never be hungry
Momenteel eet ik niet meer volgens mijn dagelijkse planning. Ik eet als ik honger heb. Dat is op de vreemdste momenten. Soms zeven keer per dag soms drie keer. Helemaal afhankelijk van wat er gebeurt en wat ik doe op een dag, en niet per se omdat het lunchtijd is. Ik probeer te stoppen met eten als ik verzadigd ben en de ene keer gaat dat beter dan de andere. Ik mag gelukkig nog veel oefenen.